Coyne et Bellier: een lange traditie van grote engineeringprojecten

André Coyne en Jean Bellier creëerden een nieuwe standaard vanaf de eerste ontmoeting. Hun eerste project, de Marègesdam, zette de toon voor hun toekomstige samenwerkingen. 

In 1928 verliet André Coyne (Ecole Polytechnique – 1891-1960) het Franse ingenieursbureau voor bruggen en wegen Corps des Ponts et Chaussées om aan de slag te gaan bij het elektriciteitsbedrijf Energie Electrique de la Haute Dordogne. Daar werd hij hoofdingenieur van het bouwproject voor de Marègesdam. Zijn assistent was de jonge ingenieur Jean Bellier (1905-1986). De Marègesdam was een mijlpaal, niet alleen omdat het de grootste boogdam met dubbele kromming in die tijd was, maar ook omdat heel wat technische innovaties werden geïntroduceerd die vandaag nog altijd worden toegepast, met name de overlaat in de vorm van een springschans.

In de jaren 1930 werden nog andere dammen opgetrokken zoals in Aigle, stroomafwaarts van Marèges, met een springschansoverlaat die in het dak van de waterkrachtcentrale is ingebouwd. De bouw werd aanvankelijk stopgezet toen de oorlog uitbrak, maar eind 1940 hervat ondanks een tekort aan materiaal. Vanaf 1942 organiseerde André Coyne met zijn bouwvakkers zelfs een verzetsnetwerk. De centrale werd opgeleverd in mei 1945 bij de ondertekening van de wapenstilstand.

Na de oorlog groeide de behoefte aan één openbaar elektriciteitsbedrijf. De Franse regering richtte daarom op 8 april 1946 Electricité de France (EDF) op om de productie, het transport en de distributie van elektriciteit te verzekeren. In 1947 hielden André Coyne en Jean Bellier het consultancybedrijf ACJB, de initialen van hun namen, boven de doopvont. EDF was hun eerste grote klant. Frankrijk had destijds grote infrastructuurwerken nodig en er werd een intensief bouwprogramma opgezet. In de loop van de jaren 1950 werden in Frankrijk kolossale nieuwe dammen gebouwd zoals in Tignes, Roselend en Monteynard.

Het bedrijf van Coyne et Bellier ontwikkelde specifieke meetinstrumenten en innovatieve reken- en modelleertechnieken. De eerste modellen werden gemaakt van pleister. De teams onder leiding van André Coyne hielden ook vast aan zijn methodes en waarden, waarvan niet mocht worden afgeweken. Zo eiste hij intellectuele integriteit, de versmelting van structuren in hun omgeving met de instemming van alle betrokkenen, het streven naar besparingen op elk gebied behalve vindingrijkheid en de ontwikkeling van innovatieve oplossingen op maat.

De onderneming breidde haar activiteiten ook internationaal uit. In de jaren 1950 leidde het bedrijf het ontwerp van dammen in Jatiluhur (Indonesië) en Kariba (in het Zambezi-bekken tussen Zambia en Zimbabwe). In de lente van 1959 kreeg André Coyne de eerste symptomen van de ziekte die hem een jaar later het leven zou kosten. In die periode moest hij bovendien een grote persoonlijke beproeving doorstaan als gevolg van de instorting van de Malpassetdam. ACJB hielp ook bij de bouw van de Manic-5-dam (de huidige ‘Daniel Johnson’-dam) in Canada, die in 1968 werd ingehuldigd en in 1970 werd geopend, de Rapeldam in Chili, voltooid in 1968, en een aantal dammen aan de Oranje-rivier in Zuid-Afrika.

Na het overlijden van André Coyne besloten de werknemers van het bedrijf unaniem om de activiteiten voort te zetten. Behalve de boogdamtechniek ontwikkelde het consultancybureau technieken voor oeverbouw en rotsmechanica. Rotsmechanica was een studiegebied dat voortkwam uit het onderzoek naar de instorting van de Malpassetdam en werd ook toegepast in ondergrondse projecten die niets met dammen te maken hadden. In de jaren 1970 was Coyne et Bellier betrokken bij het elektro-nucleaire programma van EDF, een voortzetting van het werk dat net na het einde van de oorlog was gestart aan de reactorkuipen van Marcoule.

In 1976 had de onderneming een kapitaalinjectie nodig. De nieuwe aandeelhouders van de Groep Electrobel-Lesexel deden er alles aan om de identiteit van het door André Coyne en Jean Bellier opgerichte consultancybureau te respecteren. Op 13 januari 1977 werd Coyne et Bellier, Bureau d’Ingénieurs Conseils officieel opgericht als naamloze vennootschap met vast kapitaal.

In 1986 fuseerden Tractionel en Electrobel Engineering tot Tractebel. Ondertussen besloot Cofixel, de hoofdaandeelhouder van Coyne et Bellier tot eind 1985, om zijn aandeel te verkopen aan Electrobel, dat op die manier 98,9% van het kapitaal van de onderneming in handen kreeg. Coyne et Bellier werd in februari 2009 omgedoopt tot Tractebel Engineering en werd zo het Franse platform van de Belgische onderneming voor engineeringdiensten in de energiesector. Het adviesbureau van Endel, Iténa, gespecialiseerd in mechanische constructies en studies in nucleaire veiligheid, fuseerde vervolgens met Coyne en Bellier en vormde zo Tractebel Engineering France. De naam Coyne et Bellier, die nog altijd wordt geassocieerd met grootschalige projecten, wordt nu alleen nog als commerciële naam gebruikt.

De afdeling Gas en Elektriciteit slaagde er later in om een almaar groter marktaandeel te verwerven. Zo hielp ze Storengy bij de modernisering van zijn gasopslagfaciliteiten, zoals die in Chémery, en voerde ze studies uit voor CPCU (Compagnie Parisienne de Chauffage Urbain) over de uitbreiding van het Parijse stadsverwarmingsnet. Tractebel is in Frankrijk erg actief in de ontwikkeling van grote, regionale infrastructuurprojecten. Het voert de studies uit voor het Kanaal Seine-Noord Europa voor Vinci, werkt voor het Musée des Confluences in Lyon in samenwerking met het architectenbureau Coop Himmelblau en voert de audit uit van de Zuid-Europese Atlantische hogesnelheidslijn voor RFF. Tractebel is ook een van de partners in het project Steden van de toekomst. Samen met andere bedrijven voert het een mobiliteitsstudie uit op het Plateau de Saclay met de steun van Belgische experts. In 2011 reikten het Franse Ministerie van Industrie en het Ministerie van Duurzame Ontwikkeling de Grand Prix de l’Ingénierie aan de firma uit voor het gedetailleerde ontwerp voor de verbreding van het Panamakanaal.

Op het vlak van kernenergie levert Coyne et Bellier al bijna 50 jaar adviesdiensten voor de civieltechnische werken in EDF-kerncentrales, inclusief de reactorgebouwen. Tractebel France voerde het implementatieonderzoek uit voor de EPR's in Flamanville (Frankrijk) en Taishan (China), voor respectievelijk EDF en AREVA. Daarnaast werkten we ook mee aan het ontwerpvoorstel voor de civieltechnische activiteiten van ATMEA.

Tractebel is onder de naam Coyne et Bellier ook een van ‘s werelds belangrijkste ingenieursbureaus op het gebied van grootschalige waterprojecten: dammen, waterkrachtcentrales en grote projecten voor watertransport. De teams werken vandaag in ongeveer 40 landen mee aan alle projectfasen. De expertise van de onderneming reikt van technische haalbaarheidsstudies en milieu- en economische studies inzake het transport van water van de Rode Zee naar de Dode Zee, tot technische bijstand voor de bouw van de Gibe III-dam in Ethiopië, de hoogste RCC-dam ter wereld. We beheren ook een project in het Algerijnse Sétif om water uit de hoge vlaktes te transporteren en zijn verantwoordelijk voor de kwaliteitscontrole van de studies en de productie van Chinese turbines die gebruikt worden in Jirau (Brazilië). Ook de Rogundam in Tadzjikistan, de Budhi Gandaki-dam in Nepal en het waterkrachtproject in Kaleta (Guinee) kunnen rekenen op de expertise van Coyne et Bellier.

Tractebel heeft in Frankrijk intussen meer dan 500 medewerkers wereldwijd, waaronder meer dan 350 ingenieurs, en realiseerde in 2015 43 miljoen euro omzet in Frankrijk en Monaco. We hebben de intentie om onze leiderspositie in grootschalige waterprojecten nog te versterken en onze activiteiten in energie en grote infrastructuurprojecten in Frankrijk verder uit te breiden. Tot slot willen we al onze knowhow ook gebruiken in projecten die de energie-efficiëntie verbeteren, met name in het kader van de steden van de toekomst.

Gerelateerd nieuws

Nuclear_Electric_Propulsion_tug_illustration_Copyrights_ESA_credits

Tractebel-led consortium completes ESA RocketRoll project on Nuclear Electric Propulsion for space exploration

The consortium has defined a comprehensive technology roadmap to equip Europe with advanced propulsion systems capable of undertaking long-duration missions, including...

Lees verder
31 Oct 2024
05

Colossal battery park in Belgium to store energy to power 385,000 households 

Green Turtle battery park, among...

Lees verder
30 Sep 2024
Elia_NID_plan_01_002

World’s first energy island takes shape in Belgium’s North Sea

The Princess Elisabeth Energy island, under construction 45 km off the coast, will centralize and deliver up to 3.5 GW of electricity from nearby wind farms back to...

Lees verder
30 Sep 2024
Cover_1

Listen to Engineering Angles, Tractebel’s podcast!

For the latest episode of Engineering Angles, we caught up with Sameh Hodni, Tractebel's Competence Manager for Railway Engineering with Infrastructures...

Lees verder
13 Sep 2024